wat wij kunnen doen


Brons-van der Wekken, Sarina (e.a). (2017). Wat wij kunnen doen: praktische handreiking voor omstanders bij seksueel misbruik. Zoetermeer: Boekencentrum.


RECENTIE GESCHREVEN IN NOVEMBER 2017

Deze praktische handreiking is bedoeld voor mensen die in hun familie, kerk of school in aanraking komen met een slachtoffer van seksueel misbruik. Voor deze doelgroep was binnen reformatorische kring nog geen vergelijkend boek beschikbaar. De auteurs benadrukken terecht dat wegkijkende omstanders die het slachtoffer niet geloven het trauma dubbel zo zwaar maken.


Drie hoofdstukken zijn geschreven door Berna van der Zouwen-de Ruiter, die betrokken is bij het Reformatorisch Meldpunt. Eén hoofdstuk is geschreven door Ineke van Dongen-van Veelen (Meldpunt Misbruik binnen de CGK) en eén hoofdstuk door GZ-psycholoog Sarina Brons-van der Wekken. Er is aandacht voor de definitie van seksueel misbruik, het signaleren ervan, het omgaan met misbruik in verschillende situaties en de gevolgen van seksueel misbruik.


Al met al is het een compact en makkelijk leesbaar boekje geworden. Er is aandacht voor het groepsbelang, namelijk het geheim houden van het misbruik in het belang van de groep, of het te ontkennen of te bedekken met ‘de mantel der liefde’. Te vaak kom ik dit helaas ook tegen wanneer ik traumabehandeling verricht bij reformatorische cliënten. Het boekje zou in dit opzicht verplichte literatuur moeten zijn voor alle gezagsdragers binnen de reformatorische kring.


De specifieke aandacht voor het reformatorische gedachtegoed in dit boekje omhelst echter vooral de ‘negatieve’ of belemmerende aspecten voor de traumaverwerking: de waarde die wordt gehecht aan gezag, de geloofstwijfels die door het misbruik worden opgeroepen en de worstelingen rondom vergeving. Hoewel deze aspecten zeker herkenbaar zijn in de praktijk, mis ik religieuze aspecten die beschermende factoren kunnen zijn in de verwerking van en omgang met seksueel misbruik. Want gelukkig hoor ik cliënten ook spreken over de ervaren steun die ze kregen uit bijvoorbeeld de prediking naar aanleiding van het 5e of 7e gebod waarin ze door de predikant juist op pastorale toon werden aangesproken en gesteund. Dan zie je dat slachtoffers na een periode van verwerking van het misbruik ook weer kunnen werken aan hun eigen reformatorische grondslag en zo weer verbondenheid met de mensen om hen heen kunnen ervaren. Het pastoraat heeft hierin een zeer belangrijke taak om het slachtoffer te ondersteunen om geloofsthema’s te verbinden met de traditie waarin ze staan.


Handig en waardevol is de opgenomen verwijslijst waarin naast Veilig Thuis ook adressen zijn opgenomen van kerkelijke meldpunten of commissies. Het slordigheidsfoutje (een verzoek van de redacteur aan de vormgever dat niet gedrukt had moeten worden) op de laatste bladzijde doet niet af aan het verder mooi vormgegeven en aanbevelingswaardige boekje.


Gerrie Ham-Willemsen, GZ-psycholoog / cognitief gedragstherapeut.