Handboek en werkboek klinische schematherapie


Muste, E., Weertman, A. & Claassen, A. (red) (2009). Handboek en werkboek klinische schematherapie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 978 90 313 7205 8 (handboek) en 978 90 313 7208 9 (werkboek).


Kernwoorden: schematherapie, (dag)klinische setting, diagnostiek, indicatiestelling en behandeling, invulschema's.

​​​​​​​

MAART 2016

De Amerikaanse psycholoog Jeffrey Young heeft veel betekend voor de schematherapie. Wanneer men steeds met dezelfde persoonlijke problemen kampt, is er sprake van een chronisch probleem. Young probeerde en brug te slaan tussen de cognitieve gedragstherapie en de psychodynamische benadering. Hij had daarbij vooral oog voor de therapeutische relatie. In zijn veel geciteerde boek Leven in je leven beschrijft hij schema´s als valkuilen. Het is knap hoe hij beschrijft hoe je deze valkuilen kunt herkennen en veranderen. Het werkboek klinische schematherapie deed mij in eerste instantie veel aan het boek van Jeffrey Young denken. Toch biedt het handboek en het werkboek klinische schematherapie een goede aanvulling op de bestaande boeken over schematherapie, die vaak gericht zijn op de individuele ambulante setting. De boeken van Muste e.a. zijn bedoeld voor de (dag)klinische schematherapiesetting, waar meer behandelingrediënten (groep, milieu en samenhang) van invloed zijn. De klinische psychotherapie is geëigend voor patiënten met ernstige problemen op het vlak van adaptatiestijlen en /of persoonlijkheidsstructuur. De patiënt moet wel in staat zijn tot reflectie en zijn eigen leefmilieu – tijdelijk- inruilt voor een therapeutisch milieu (deeltijd- en dagklinische behandeling).
In het handboek wordt de geschiedenis van deze therapie besproken, krijgt de lezer inzicht in de centrale begrippen uit de schematherapie en de indicatiestelling voor deze vorm van therapie. Verder is aandacht voor diagnostiek en behandeling, waarbij richtlijnen gegeven worden per discipline (psychotherapie, vaktherapie en sociotherapie) en hoe dit geïntegreerd kan worden.
Het werkboek is bedoeld voor de patiënt. Ook hierin is aandacht voor de theorie, maar het accent ligt op de beschrijving van de stappen per schema om deze te veranderen. Verschillende invulformulieren helpen de patiënt om de schema´s samen met de therapeut uit te werken.
Met name de invulschema´s vind ik een waardevolle aanvulling op de bestaande boeken over schematherapie, die overigens ook bruikbaar zijn binnen andere vormen van cognitieve gedragstherapie. Het A4-formaat van het werkboek biedt de patiënt voldoende overzicht en ruimte om de formulieren goed in te kunnen vullen. Jammer dat de theorie een lap tekst is; het had het boek meer gesierd wanneer elk schema op een nieuwe bladzijde zou beginnen. Maar al met al zijn het twee functionele boeken in de klinische behandeling van patiënten met persoonlijkheidsproblematiek.


Drs. Gerrie Ham-Willemsen, orthopedagoog NVO in opleiding tot GZ-psycholoog, cognitief gedragstherapeut VGCt.
Maart 2016.